hij gaf haar na de pauze
een blozend sierappeltje
waar heb je dat opgeraapt vroeg ze
ik heb het niet opgeraapt zei hij
ik ging het buiten plukken
voel maar aan mijn jas
voel je hoe koud hij is
ze voelde en voelde hoe
koud zijn jas wel was
het appeltje had ze al
weggelegd op een tafeltje
achter de laatste rij
maandag
een schoonmaakster vond
het appeltje en nam het mee
thuis stopte ze een groen eiland
met wat klimop in een oude vaas
en prikte een speld dwars
door het appeltje en het
grootste klimopblad
in het groene eiland
een druppeltje parelde aan
de wonde van het appeltje
een druppeltje herinnering
aan een winterconcert