“Stommerd, stommerd”
klinkt het in mijn hoofd
“Ik ben niet stom!” roep ik wanhopig,
overtuigend uitgesproken,
maar in mijn hart nog niet geloofd
Want daarna weerklinkt de twijfel
in de stilte van het moment
Deze keer geen stemmen
die me zeggen: "Ze zijn stom, jij niet,
het gaat ze niet om wie jij bent.”