Liefste nonkel,
vannacht was het dan zover.
Zachtjes ben je gegaan,
net zoals je het wou, zonder pijn,
als een kaars...
doofde je uit.
Velen zullen je missen,
want je was een zacht en liefhebbend man
en je werd zeer graag gezien.
Over de doden niets dan goed?
Jij was echt goed.
Ze noemde je zelfs den baron
want je hield de familie bij elkaar.
Je hebt hard gewerkt in je leven.
Op de boelwerf in Temse
hielp je mee schepen bouwen.
Wat was je fier als de brug van Temse openstond
en een mooi schip weer kon vertekken.
Door wanbeleid ging de werf falliet
maar toen was jij juist met pensioen.
In die tijd werd er zeer veel asbest gebruikt.
Heel Temse hing er mee vol.
Het wondermiddel bij uitstek
was eigenlijk een groot vergif.
Dit werd je spijtig genoeg fataal.
Je was niet zeer jong
maar toch te jong om al te gaan.
Toen de dokters je het nieuws brachten
dat je longvlieskanker had,
kon je het bijna niet geloven.
Na een zeer zwaar jaar,
heb je de strijd nu verloren.
Ik hoop vanuit mijn hele hart
en dat meen ik...
dat je nu de rust gevonden heb.
Rust zacht
lieve nonkel