Het achtste uur weer in de klas
Vreselijke les
Janssen is weer in zijn sas.
Grammatica is wat we doen vandaag
‘’yes…’’.
Dus ik ga er maar goed voor zitten
Klaar om eens lekker te gaan pitten
Arm onder mijn hoofd;
Niemand die me nou nog van mijn gedachten berooft!
Ik probeer weg te duiken van de woorden
die me lijken aan te vallen
maar hoor ze langzaam
door de gangen van mijn gedachten gallen;
Ons of wij
Van hun of zoals zij
Zou er iemand even slecht zijn als mij?
Meer als jou
Ik wilde of ik wou
Nu in plaats van nou?
Ik zit langs hem,
loopte naast haar.
Straks lekker naar de stad met de tram!
Was het maar waar…
Fijn verdwalen in de gangen van mijn gedachten
Naar een wereld waar de regeltjes nog wel even kunnen wachten
Maar ik voel hoe een medelotgenoot in mijn arm knijpt
Ik schiet wakker
(Pen nog in mijn mond,
een grote bril dicht bij mijn gezicht,
zijn haar is blond,
kan zo naar een gesticht.
Zijn naam is Janssen. Hans.
Jawel, de leraar Nederlands.)
de arme stakker.
Een schreeuw.
Van mijn kant een geeuw
‘’Er uit!’’
Ik rek me even uit.
Ze zeggen dat taalgevoel met de tijd wel rijpt.
Ík heb het in ieder geval nooit begrijpt.