Weer geen zin om naar binnen te gaan,
twijfelend even bij de buitendeur staan.
Mijn eigen nestje,mijn huis,
is alweer geen thuis.
Zo vaak al dit mee moeten maken,
en toch blijft het me zo vreselijk diep raken.
Mijn maag krimpt weer ineen,
mijn hart voelt als een steen.
Beloftes,zij breken als glas,
Mooie woorden zo dun als vlas.
Ik ben weer tegen de muur gevlogen,
voel me weer zo bedrogen.
Als een donderwolk,zo hangt hier de sfeer,
Soms duurt het een maand,soms is het keer op keer.
Mijn buik doet pijn,'
Voor hoelang zal het deze keer weer zijn?
Wijze lessen worden nooit geleerd,
woorden verkeerd geinterpreteerd.
Irritaties door doen en laten,
en nooit,nee nooit iets direct uit kunnen praten.
Dacht ik weer even de liefde te omarmen,
me aan mijn liefste te warmen,
Vergat ik weer het echte leven,
dat gevoel duurt immers maar even?
Mijn kop weer gestoten,
genadeloos terug gefloten,
met gebroken vleugels weggekropen,
weer wachtend,smachtend en blijven hopen.