Kijk ik om heen, zie ik wat er allemaal gaande is.
Zie ik slechtheid om me heen.
Zie ik dat ik echt iets mis.
Papa waar ben je toch heen?
Waarom is m’n hart nu van steen?
Papa waarom moest je nou gaan?
Ik zit met zoveel vragen.
Had je genoeg van het bestaan?
Kon je de pijn niet meer dragen?
Ik kan dat in ieder geval niet meer.
Papa ik mis je aan m’n zij.
Echt het doet telkens weer zeer.
Papa waarom zijn we niet meer wij?
Ik word er echt gek van.
Jij bent nu zo ver van me vandaan.
Ik weet dat het zo ook wel kan.
Want je blijft in m’n hart bestaan.
Maar in m’n leven is een leeg gat.
Waar voor altijd leeg zal zijn.
En misschoen komt er ooit wel wat.
Maar het zal nooit meer hetzelfde zijn.
De tranen stromen zovaak over m’n wang.
Ik wil je terug in m’n leven.
Papa het kon nog zo lang.
Waarom ben je niet langer gebleven?
Ik moet wennen aan dat feit.
Dat je nu echt weg bent.
Heb je vanaf daar boven nu spijt?
Volgens mij is dit iets wat nooit went.
Tja, spijt daar kan je dan niks mee.
Want zelf heb je toch niks gedaan.