niet is nooit goed genoeg
oordelen van totaal verleden feiten
vermijd strijd die met ik te maken hebben
taken tot goed burgerschap
volstaan mijn echte ik niet,
zie je dan niet dat ik liever het liefst niets ben
zo dat ik niet iemand hoef te zijn,
ben ik liever klein dat de mening mij ontschiet
geef mij rust, ruimte een klok die nooit stopt,
geen opgeklopte cessies doen alsof
van praatpaal tot zeikstraal
doet het bestaan totaal geen toevoegingen
een traan op de mensheid
en ik lach als kiespijn opdat ik niet meer leven wou
bedenkende hoe leven zonder adem zijn zou
doe ik geen toezeggingen meer “iets” te zijn
“geen commentaar”