Ik durf niet hard op te bekennen,
dat ik er nog altijd niet aan kan wennen.
Ook realiseer ik me nu pas,
hoe bijzonder onze vriendschap was.
Deze leek net weer op te bloeien,
toen de ziekte begon te groeien.
Ik was bang dat t niet goed zou gaan
en kon je daardoor niet bij staan.
Mijn kindervriendje is niet meer,
wat zou ik je graag zien, al was t nog maar 1 keer.