Om je te wijzen op onze toekomst heb ik de Teddyberen,
met de konijnen en andere hatelijkheden weggestuurd,
geen van hen allen kon ons bewaren voor een ondergang,
ik vestig mijn hoop voortaan op plastic parkietjes,
verzwegen dood, weggepest door mijn eigen woorden,
nee, nu niet meer bang zijn, er is geen liefde.
Verdomde konijnen ook altijd, jullie mogen niet blijven!
Alles wat ik voor jou voelde is gesmolten met de parkietjes,
alles is dood, al lijk ik nog ietwat te leven,
zij zijn vertrokken, ik ben hen kwijtgeraakt
door zelf te oordelen of hetgeen ik niet wist,
als ik blijf, zullen ze dan terug keren?
Gesmolten snaveltjes bewegen niet, ik had het kunnen weten,
wat is nog de waarheid van vandaag, of gister...
wat doet het er toe als je kabouters ziet verschijnen,
mijn wereld is perfect voor ons, wij, jij en ik.
Laten wij dan nog één maal proberen lief te hebben,
laten wij de konijnen terug roepen, laat alles,
ook de moestuin vanuit de hemel naar beneden vallen.
Laten we van onze Teddyberen afkijken,
als ze de val overleven,
wat er in ons omgaat, laten wij éven liefhebben,
onze Teddyberen weer op het balkon latend.
Laten wij vooral geen moestuin nemen later,
ik haat konijnen.