Wie……?
Wie , Here, meet de waat’ren met een holle hand
bepaalt de omvang van hemel en de aarde.
Wie meet het stof dat men alom vergaarde,
en meet de bergen van het ganse land.
Wie toch bestuurt de Geest van alle tijden
en geeft Hem onderricht raadsman te zijn?
Wie raadpleegt mensen in het klein
om zich in kennis te verblijden.
Volken, slechts druppels in de ijle lucht
als stofjes die ter aarde dalen.
Eilanden komen waar u zult bepalen.
De Libanon is als een snelle vlucht.
Met wie toch zal men U , o God, vergelijken
U troont in hoge majesteit.
Wij sprinkhanen slechts in de tijd
kunnen Uw macht niet ijken.
Machthebbers vallen van hun voet
hun roem vloeit weg als water.
Een vacuum in hun kracht ontstaat er
als U ’t gebieden niet meer voedt.
Met wie , o mens, moeten wij Hem vergelijken?
Staar naar omhoog , wie ’t al geschapen heeft
’t heelal waarvoor de schepping beeft….
De nietigheid van alles zal dan blijken.
th