Samen met Anthony in de frietzaak,
wachtend op een zakje friet.
Het lijkt zo vreselijk lang te duren,
erg prettig is dat in zo'n zaak niet.
Een man die net pas binnenkomt,
is eerder aan de beurt.
Niemand die er wat van zegt
niemand die er om zeurt.
Mam, die zwarte kruipt ons voor,
roept Anthony plots heel boos.
Stilte valt er in de frietzaak,
Een schot recht in de roos.
Ik voelt de blikken priemen
Ik ben er nu even liever niet
Geen kans meer weg te vluchten,
omdat iedereen me dan toch ziet.
Zoonlief snapt er niets meer van,
weet even niet wat hij moet.
Zijn jas is toch zwart, mama,
of zie ik dat niet goed
Lynn