Koude…..
De ruiten van mijn auto zijn bevroren
de dikke rijpaanslag kleurt wit
voor dat ik in mijn auto zit
verwijder ik ’t verstoren.
Zo is ’t met ouderdom gesteld
alsvorens vlug te starten
spelen de vele parten
die langzaam aan weer zijn hersteld.
Je ziet de huiv’rende gezichten
diep in de kraag gevat
gejaagd, noodzakelijk op pad
naar wat men moet verrichten.
De wegen zijn soms spiegelglad
verraad’lijk om te rijden
dus strooit men op die tijden
het zout als bijtend remmend bad.
Soms heeft het koude haar bekoring
de jeugd trekt schaatsend er op uit
oud kijkt door een beslagen ruit
naar ’t eind van de verstoring.
De wereld klaagt, het wordt te heet
maar ’t is maar dat u zeker weet.
De koude heerst vandaag als vorst
waarmee het leven zich nu torst.
th