Diepgang in het donkere eind
verdwijnt het glinster uit haar ogen
er wordt een traan gegeven
die naar beneden valt - medeleven
Spatte uit één in duizend stukjes
maakte golven op het water
gelijkmakend bedrog van verraad
zoekend in dauw, ze is te laat
Ruist de wind daar door de bladeren
tuurt ze in het duister van de nacht
keert ze haar rug naar hem toe
'van de nacht word ik nooit meer moe'
Drinkt ze een glas wijn bij de openhaard
je kunt haar adem voelen
denkt ze na over jaren geleden
ze heeft hem eerder al vermeden
Ramen rinkelden, door steen gebroken
valt de wijn over haar schoot
niemand heeft ooit geweten
wat je nu moet vergeten
'De kern kan de ziel niet splitsen
geef haar adem terug aan mij
liefje, deel me niet met een ander
je hoort er nu eenmaal bij'