als pioenen bloeien zijn we in een bepaald seizoen
en dat heeft niets te maken met hoe ik me voel
ik voel me veel vol vuil vernederd verheven
ik voel me in een container zweven, en plukkend grijpen naar bananenschillen en pakjes van pillen en mislukte foto's van wijdgesperde billen
en ik weet dat ik schooi, maar soms lijkt troep zo mooi
en ik zit aan gene kant van de sluier, en ik luier en ik kuier
en ik vind belangrijk wat anderen uit hun pen hebben gescheten na iets bedorven te hebben gegeten
als een kauwgum plak ik onder de laarzen van mijn meerderen, en zij op hun beurt, en zo tot het allerhoogste dat ik zelf ben, zonder dat ik mijn eigen ken
en het leven is een vijver, en het leven is een dans, en het leven is je laatste kans, en het is het eikelgaatje dat zich soms opricht zonder te weten wat het ziet,
al is het slechts een tafel
en zo vergelijken we wat we willen vatten, en vatten rijmt weer op bezatten, en zo creƫer ik me een denkbeeldige structuur, en op den duur ben ik het westen kwijt en ik was al buiten oosten
ik dwaal door de heide, en de bloemetjes zijn kaal en verdord
oh verschroeide vlakte van creatie, toon mij uw geheime paden
ik weet het niet meer en nu nog minder
gedachtenhinder, gedachtenhinder
daar gaat de gindervlinder