Het is wel mooi, maar het is
niet van mij. Het is niet mijn
leven, het is
onbreekbaar en niet zoals
mijn kennis is, veel te groot
en veel te nihil. Ik ben al
zo vaak gebroken geweest en heb ge-
wenst om gelijmd te
zijn zodat ik weer gebro-
ken kon willen worden. Vandaag
was het diep, het hoge
hart in mijn longen. Op gestadig
ritme pufte ik zo haastig zonder de
inspanning geleverd te hebben. - Ik ben een zwakke
ziel en ken slechts een donkerzwart
gezang van nacht.-
Ik zong door de glazige straten op
een vervlogen wind. Wat ik ken
is niet van belang. Ieder mens kijkt op
die langsvliegt, en ik loop langzamer.
Dralend in mijn gedachten
reflecteer ik in de winkelruiten.
Een vage gestalte ben ik, vol
vergane zachtheid in dit silhouet.
Ik heb mezelf vergeten en ik
doorgrond de gevallen bladeren. Doch
ik geen enkele herinnering aan ze heb:
ze zijn van het verleden, en dieā¦ach, zij
kent mij niet.