Je tranen zijn een illusie.
Huil niet, alsjeblief huil.
Niet.
Een schreeuw in mijn binnenste om jouw verdriet, die jij uit.
Ook een illusie. De mijne kan niet zo pijnlijk en angstaanjagend zijn
als die uit jouw mond
uit jouw longen.
De vrijkomende kou dringt tot me door.
Mijn schreeuw uit zich niet meer,
ontwikkelde zich niet in m’n lichaam. Mocht ik het ooit gedacht hebben.
Net als ik denk dat ik je bevrijden kan uit de pijn die je niet voelen wil,
uiten wil, bevredigen wil. Al zou ik je nooit kunnen uitleggen hoe
of wie of waarom. Dat is niet wie ik ben.
Ik kan niet meer dan van je houden,
van je houden
en van je houden
Schreeuw niet tegen me.
Ik hou van je. Hoevaak moet ik het nog zeggen,
hoevaak dringt het nog door, hoevaak geloof je me nog?
Het is alsof je het ooit echt wilde geloven.
Ik kon me niet voorstellen hoe vreselijk het voor je moest zijn
zonder liefde te leven, in afzondering, in eenzaamheid,
in 1 voor jou bevredigende emotie.
Pijn.
Pijn voor altijd.
Misschien is dat wel je liefde. Je grootste liefde. Pijn.
Pijn in eenzaamheid. Zelfs dat kan ik je geven.
Maar huil niet, alsjeblieft, huil.
Niet. Ik. Ik kan de woorden niet eens vinden.
Ik wil je alleen laten weten, uit het diepst van mijn hart
Vanuit mijn ziel
Vanuit mijn lichaam, mijn verdoofde voeten die de pijn net hebben gevoeld
van scherpe stenen en net-niet-bevroren water.
Vanuit mijn lichaam die geen schreeuw meer uiten kan.
Vanuit mijn hart die met het stromende vocht uit mijn voeten
uit liefde voor je weer aan elkaar heb gelijmd
en vanuit mijn gevoel die het niet meer aankan
om je tranen te zien
je angstaanjagende
meest pijnlijke en koude
onbeschrijfbaar mooie schreeuwen te horen
Hoe het voelt. Niet meer.