Daarom noem ik jou de wijze boom
Zei de oude bok vol jaloersheid
Kijkend naar zijn groen blaadje heel loom
Wijl jij er veel draagt in sierlijkheid
Elk jaar stel jij ze steeds weer ten toon
Je draagt ze tot ze neervallen ten spijt
Als een verdord tapijt een jaarloon
Waar elk zijn eigen verhaal in kwijt
Eentje daarvan lig weg in mijn droom
Op een domme dag zo kort van tijd
Toen ik er speelde voor gastronoom
Nog maar pas rijp vol onschuldigheid
Doch een nieuw jaar is geen verse stoom
Want terwijl jij jouw takken uitbreidt
Drijf ik weg in deze levensstroom
Door de holle stam der eenzaamheid