Lieve opa,
hier zit ik dan,
een gedicht te schrijven.
Maar het komt moeizaam op papier.
Nu, denk ik nog alleen aan de leuke tijden.
Wat hadden we toch een plezier.
Die tijden zal ik onthouden,
ze staan in mijn hart geschreven.
Maar het feit dat ik niet meer met je praten kan,
laat me toch even beven.
Eindelijk ben ik zestien,
helaas maak jij het van boven mee.
Ik hoop dat je op me zult proosten,
op mij, hier benee.
Want achttien oktober sta ik bij het water,
hou ik stiekem een feest met jou.
En het is moeilijk maar toch,
ik proost ook op jou.