Ik zie een schim
Opkomen uit de regen
Ik zie iets van jou erin
Maar iets houd me tegen
De zon schijnt door je heen
Regendruppels glanzen
Je gezicht lijkt van steen
Terwijl de spetters blijven dansen
Je word steeds wat scherper
Alsof je op me af komt
De zon is je schijnwerper
Die op je gericht stond
Langzaam lijk je te verplaatsen
Ontdooit jouw gezicht
Iedereen lijkt zich weg te haasten
Ik hou m'n blik op je gericht
De druppels vormen tranen
Uit jouw waterige ogen
Als druppelende kranen
Die niet op lijken te drogen
Langzaam kom je dichterbij
De straat is nu verlaten
De enige die er nog zijn, zijn wij
We durven beide niet te praten
We zijn nu bijna bijelkaar
En tot nu heb ik verzwegen
Ik wil nooit meer weg van daar
Maar dan stopt plotseling de regen