Toen oma stierf op de dag van haar verjaardag
Verdween ook haar zo onschuldige kinderlach
Door zelfbeklag viel ze gans te neer geslagen
Onder dit doodskleed dat ze niet kon verjagen
Doch te jong om te weten wat mag en niet mag
Leefde ze die rouw pijnlijk door bij stoot en slag
In een beeld dat haar verjaardag niet kon dragen
Totdat er een wonder de tijd kwam vervagen
Na die oude mensen en al dit weebeklag
Kwam de tijd weer vrij voor wat moederlijk gedrag
Haar tweede kindje zou die dag in iets slagen
Waar zij al die tijd lang steeds naar had staan vragen
Zo leek haar verjaardag nu wel een nieuw verdrag
Toen haar kind liep en zij die eerste pasjes zag
En de hemel zei je hebt geen recht op klagen
Als zij trekken moet jij duwen aan de wagen