Sterren zie ik niet, de maan al evenmin
De wind huilt, de bomen huiveren
Ik durf niet verder
Ik weet niet meer waarheen
Niemand kan me horen noch zien
Hier sta ik, helemaal alleen, zonder hulp
Elk pad is gevuld met bladeren
Bladeren die vallen, telkens ik verdriet heb
De bomen hebben geen gevoel meer, geen verdriet
Toch staan ze daar
alleen, in het donker
Verdrietig kijken ze me na
Als het lente wordt krijgen ze terug hoop, groene hoop
Ik daarentegen, blijf kaal over
Niemand die me bladeren geeft
Geen straaltje zon die me tot leven wekt
Helemaal niets