In zijn ogen schoven glibberige slapers
Over zijn droeve muil weg als stille kapers
Toen hij al die meisjes zag als lieve poezen
Die hem dachten te troosten al met hun boezem
Zijn baasje zat al even droevig en treurend
Toen zijn hond Basje ons aankeek hartverscheurend
Als wist hij dat ze hem zouden opereren
Terwijl wij niet zouden mogen assisteren
Want die dierenkliniek zat echter vol katers
Als assistent veeartsen geklede paters
Met in hun hand iets anders dan in hun bloezen
Die ze voor hem zaten weg te konkelfoezen
Doch een bubbel in de nek werkt niet opbeurend
En voor Mario’s geldbeugel heel ontkleurend
Maar dit laat zich niet geldelijk commanderen
Trots de ziekenkas dit niet wilt financieren