De roep
zo ging hij weg, zo ging hij weg
zacht viel de regen neer
pijn kroop op in zijn borst
haar roep hoorde hij weer
hij wist hij was een eenzaam man
z'n rusteloos gemoed
dreef hem voort, waar is een thuis
waar vind ik 't, waar is 't goed
hij sjokte door, zag droef en grijs
de regen bleef maar stromen
hij wist, hij was een vreemde daar
als hij er ooit zou komen
ik vraag me af of jij bestaat
stop die gestage regen
want hij vind voor zichzelf geen rust
haar roep klonk hem steeds tegen
hij wist hij was een eenzaam man
z'n rusteloos gemoed
dreef hem voort, waar is een thuis
waar vind ik 't, waar is 't goed
dus hij ging, dus hij ging
't stroomde maar door die regen
pijn kroop op in z'n borst
haar roep klonk hem steeds tegen