Je klemde je vast.
Je wist dat je daarmee de dood had aangenomen.
Het leven....
Het leven was jouw last.
Je had geen dromen.
Noch de zin...,
De zin in dat wat je toe kon komen.
Je beschilderde enkel nog witte linnen doeken.
Je ging jezelf niet meer zoeken.
Je schreef alle pijn, verdriet al jouw gevoel schreef je op in boeken,
want je wou jezelf gewoon niet meer zoeken.
Totdat het je ging steken...
je hart deed niet meer pijn.
Omdat je, je te stevig had vast gegrepen.
maar nu dat van je hart er nog enkel stukken over zijn.
Kan je en wil je niet meer smeken.
Het zal niet lukken je nog verder of dieper te breken.
want de pijn daar heb je, je nu aan vast gegrepen.