Die oude stijger,
Dat stugge hout,
Weet meer dan ik,
Want wij staan erin gebrand,
Onze voetstappen zijn achtergebleven
De nerven en knoesten,
Zitten stil en wachten,
Terwijl ijs en water,
Hen omringen en overspoelen
De ondergaande zon,
Laat zich nog even stilstaand zien,
Terwijl de wind oostelijke koelte brengt
Deze avond zal eeuwig duren,
De ochtendherinnering zal niet vergaan,
Deze glimp zal eeuwig duren,
O, was ik maar niet weggegaan