Duistere Wereld, zijn laatste adem,,
Een duistere lucht,
Verstrengeld zich om 't lichaam.
Het zuigt alle warme gevoelens uit hem,
En zo voelt hij zich eenzaam.
Koelte pakt zijn hart vast,
Zodat het niet harder zal kloppen.
Een akelig gekraai klinkt weer in zijn oren,
En een duivels geschreeuw dat niet wil stoppen.
Zijn lichaam staat genageld aan de stenen,
als het gedaante voor hem begint te draaien.
Z'n duivelse blik op hem gericht,
Het pakt hem vast en probeert hem langzaam te aaien.
Maar bij zijn streling word alles ijzig van binnen,
Hij probeert zich te bewegen maar is in zijn macht.
De gedaante neemt hem mee dieper het duister in,
steeds dieper en dieper in de donkere nacht.
Hij dwaalt af van de realiteit,
en zal daar langzaam sterven...