Het parelwitte strand ligt er verlaten bij
Ik geniet van de stilte om me heen
En kijk nog eens naar de zee
De zee waarin jij zomaar verdween
We hadden het zo goed samen
Jij en ik, met z’n tweeën met elkaar
Niemand mocht tussen ons komen
We waren echt onafscheidbaar
We woonden aan het strand
dichtbij de helderblauwe zee
Ik keek toe als je speelde in het zand
en als jij zwom, zwom ik met je mee
Maar ik wist dat het niet lang zou duren
ondanks onze sterke band
We stonden wel voor hetere vuren
Toch zag ik het aan je, zoals je soms
stond te turen aan de waterkant
Een onmogelijke liefde, dat was het eigenlijk voor ons
Maar ik durfde het eerst niet toe te geven
Want in mijn ogen was jij perfect voor mij
Ik zou gewoon niet zonder jou kunnen leven
Tot er ineens andere mensen mee gingen bemoeien
Zo’n relatie was toch niet gezond
Toch zal ik altijd van je blijven houden
Mijn mooie, lieve, kleine zeehond