Wat stapte hij toch parmantig door
mijnheer in zijn keurig zwarte pak
Het kwam helemaal niet voor
dat hij zwaaide de plak
Daar verscheen ook zij
met minder mooie veren
Zij was hoegenaamd niet blij
maar ach, wat kon het haar deren
Ze liep achter ham aan
even in de verte turend
Om zomaar stil te staan
stiekem naar hem glurend
Ik heb ze vaak gade geslaan
zag ze zelden te saam
Ik weet: zij is dol op haar kerel
Mijnheer en mevrouw "Merel"