De eerste zomerdag.
Ieder jaar stond ik er bij stil,
"De zon verdreef de wind zo straf en kil!"
Laat de regen plaats maken voor een vogelzang,
verwarm de nacht, en maak de avond lang!
Ik heb met mijn leeftijd nog niet van vele zomers kunnen weten,
maar met m'n lief aan zij, dacht ik er géén te kunnen vergeten.
Met een last als grijze wolken op m'n schouders,
verliet ze me voor de zomer, en werd de zon steeds kouder.
Het was de maand mei, zo vol tranen en verdriet,
dat ik alleen de wolken zag, en niet het jonge riet.
Geen vogelzang die ik nog hoorde, toen juni volgde,
was er niets dan storm in m'n hart, en grijze wolken.
Het zijn de zorgen die horen, bij jongen of man,
met gebroken hart, zijn bed met geliefde niet meer delen kan.
Te veel van die jonge tranen, stroomden als een zware regen,
ze stroomden veel te veel, en deden mij, de eerste zomerdag vergeten.