Ik heb met mijn oren dicht naar jou geluisterd
...en ik hoorde niks bijzonders aan je stem.
Toen je al die lieve dingen hebt gefluisterd
...dacht je hoogstwaarschijnlijk elke aan haar.
Ik heb bewusteloos naast jou in bed gelegen
...en ik heb niet eens een aarzeling gevoeld.
Toen ik je lichaam zonder passiezag bewegen
...omdat die passie voor een ander was bedoeld.
Het ontbreekt me aan de moed om jou te vragen
...of die ander tussen ons is in gaan staan.
Ook al voel ik mij vernederd en verraden
...ik ben doodgewoon bang dat je zult gaan.
Ik heb met mijn ogen dicht naar jou gekeken
...en ik weet niet of ik je nog wel ken.
Want mijn zekerheid is nu voor de angst geweken
...dat ik eigenlijk een vreemde voor je bent
En dat ik in deze leugen moest belanden
...heeft mij nu niet alleen verward maar ook verwond.
Want je lijf is aangeraakt door vreemden handen
...en er zaten vreemden lippen op je mond.....