Ik zag je en 'k wist het metteen,
ik zou je nooit vergeten, o neen.
Groot, zwart,
onbereikbaar hart.
Blijkbaar zag je me ook,
ondanks de mistige rook.
je lachte samen met me en ik was verheugd,
want dat was nog nooit gebeurd.
Dromen deed ik van je, dag en nacht,
en vele maanden heb ik angstig gewacht.
Op 1 vraag, 1 woord,
ik heb het gelukkig niet gehoord.
Nu zit ik hier bekwaamd,
reeds langer dan een maand.
Toch heb ik nog lang geen spijt,
en 'k zal voor je bidden, altijd.