Vandaag zag ik de zee
en de wind woelde
mijn haren vooruit
en opzij.
Met mijn neus
raakte ik wolken
ik vloog
zomaar de wereld in.
Het leven bruiste
diep vanbinnen.
Zoveel vrijheid
voelde ik.
Ik kan me
mijn glimlach
bijna niet meer herinneren.
Want
jij zette alweer m'n wereld stil.
Ik was gelukkig
maar even, een enkele tel.
Ik kon weer vliegen,
niet lang, maar even weer wel.
En dan verstoorde jij
alweer mijn geluk.
Met sorry en spijt
en ik krijg de schuld.
Maar het geeft me hoop,
het doet me deugd
te weten
dat ik het vliegen
lang niet verleerd ben.