Zomervreugde 1
Een roodborstje op de rand van het balkon
ik wilde dat ik het houden kon
Ik zou de rode loper leggen
en vrolijk goeie morgen zeggen
`t leek of het vrolijk naar mij knikte
misschien wel een zaadje oppikte
zo’n kleurig kleine wijze vogel op ons balkon
ik zou het binnen leiden als ik kon
Het verzorgen als mijn eerste lief
het koesteren als mijn hartendief
maar ach, ik weet dat dit niet kan
dat je zo’n vogeltje niet bezitten kan
dat de vrijheid voor hem heilig is
dat de hemel zijn territorium is
Kijk nu, het stijgt weer op
het knikt nog even met zijn kleine kop
Zoiets kan mijn hartje raken
Ik hoop dat het verder op ook iemand blij kan maken
ela