Het noorderlicht is vandaag een stap in de goede richting gekomen
De donkere wolken trekken gedeeltelijk weg, ook al ben ik doorgewinterd
De duistere dagen zullen mijn levensdoel niet meer eindeloos vertragen als potentiele dromen
Ergens op de aardbol zwerft een godin rond die hoopt dat mijn dode levensstamboom niet is versplinterd
Een lichtpuntje in mijn hersenen heeft glimpen opgevangen van haar e-mailbericht, vanuit een verdwaald liefdesvirus
In mijn postvak herkende ik meteen haar woorden van desolate wijsheid, als eenzame, maar dominante wolken tijdens hoogzomer
Het was puur toeval dat ze mijn e-mailadres met een andere had verward, maar mijn zinnen konden haar bezinnen als een kus
Ik weet niet waar ze is, maar haar vloeiend engels voelde als een hoge waterval die mij verfrissend ontwaakt als dromer
Onze taal bleek universeel te zijn, want mijn engels raakt de hengels van engelen die haar verlangen horen jengelen, als een zwierende lus