Het was al laat, de straten waren slecht verlicht,
ik dwarrelde maar wat rond, een verdronken geest.
Gedachten van vervlogen tijden overspoelden me:
de angst om wat komen zou, gevoelens van warmte en kou
de vreugde om wat was geweest, die vulde m'n hoofd nog het meest.
Een brug, twee verliefde hoofden dwalen in het rond,
een ketting, twee harten die flirten met elkaar.
Ik pinkte een traan weg, het was zo mooi,
twee zielen verbonden in het geluk,
iedereen mocht kijken, want dit kon niet meer stuk.
Ik dwarrel maar wat rond, verdronken in de nacht,
het is donker en grijs, maar er is geen plaats voor ijs
er is enkel plaats voor warmte,
enkel voor jou in mijn gedachten...