Helaas, helaas schreef ooit een lezer naar mij
Verwonderd omdat iemand als ik bestond
En ik haalde er mijn vriendje Robic bij
Die lag ooit levend begraven in de grond
Honderd en zevendagen vertelde hij
Een Guiness record of klinkt het ongegrond
Vroeg hij de grafligger gans fier en toch blij
Toen hij zag dat hij in mijn gedicht bestond
Zo gingen er ook vele jaren voorbij
Hangend aan het kruis, alom hier in het rond
het paalzitten en de nagelbank laat ik ter zij
Want nu zat hij daar met een naald door de mond
De ouderdom bracht ook zijner averij
Maar moedig en niet door drugsnaalden verwond
Was hij op die manier nog van de partij
Maar ja de helden die sterven op het front