Mijn vroege jeugd is waar ik soms naar verlang.
Uiterlijk was niet van belang.
Het was het innerlijk dat telde.
Toen de moeder nog het kind opbelde.
Ik verlang zo naar de tijd dat ik
Zonder schromen nog de schaal uitlik.
Met alle plezier nog buiten speel,
Ik verlang ernaar, oh zo veel.
Toen een jaar een hele eeuwigheid leek.
Wanneer mama nog door mijn haren streek
Op momenten van ellendigheid.
Komt het ooit nog terug, die tijd?
Nu moet ik aan zo veel voldoen.
Ik denk nog vaak terug aan toen.
Aan het tijdperk zonder zorgen.
Zonder twijfel over morgen.