De rotsen
Het stedelijk gedonder,
Even achter me latend,
Stap ik door de poort
Het kerkhof binnen
De sombere, rustige sfeer
Die de koude stenen afgeven
Kalmeert me diep van binnen
Ik zak neer tegen een boom
En laat m`n ziel varen
Over de zeeën van m`n geest
En ontdek wat
Nieuwe stromingen
In deze wilde, woeste zee
De bladeren vallen zachtjes
Van de boom naar benee,
Als levens van mensen,
Wier dagen zijn uitgeteld
De zee blijft kolken
En sleurt me mee,
Door m`n herinneringen
Aan het verleden
De dag verandert langzaamaan
In nacht
Donkere hemel,
Felle sterren,
Geesten van overleden mensen
Zei iemand ooit
Ik zwem steeds
Tegen de stroom in,
Maar wat kan ik anders?
Me overgeven
En me stuk laten slaan,
Op de rotsen?