Ver voorbij de sterren en de maan,
Ligt een planeet waar ik naartoe wil gaan.
Voorbij het duister van het heelal,
Ligt een beeldschoon dal.
Waar de dauw op de blaren,
En de wind in je haren.
Je een gevoel van liefde kunnen geven,
Daar zou ik echt graag willen leven.
Want ik weet, al staat hier mijn huis,
Ik elke dag in men dromen naar die planeet suis.
Met geen woorden kun je haar beschrijven,
Met geen gebaren kun je haar verdrijven.
Want ze zal daar altijd staan,
Zo beeldschoon in het licht van de maan.