Wind
richting onbelangrijk
te warm geeft hinder
soms piepend door smalle spleet
klaterend langs losse randen
blazend door grote opening
elkaar opvolgend als muziek
de alpenhoorn of didgeridoe
voorbode van ontlasting
verwijderen van eigen afval
voorafgegaan door blazers
soms ook trommelaars
een spatje geur voor de slecht horenden
wat kan een mens nog wensen
verblijf in kleine hokjes opgefleurd
een innige warmte omgeeft je
geborgenheid alom
de moederschoot nabij
nadien voldane gezichten
alsof de liefde is herontdekt
nu weerklinkt een nakomertje
schaamte stijgt rood, waarom?
net was het nog zaligmakend
laat anderen ook genieten
ook de gehoorgestoorden
hou je niet in, nijp niet met je billen
zo’n natuur concert is heel bijzonder
ela