Je schreef me ooit een gedicht over je dromen,
iets wat niet werkelijkheid was,
dat moment leek het of alles van je was afgenomen,
in je hart voelde je enkel maar gekras,
ik trok het mij niet zo aan,
ik liet je daar zomaar staan,
ik wist met mezelf geen weg,
nu heb ik dezelfde pech,
ik kan nu alleen maar dromen van jou,
ik heb nu elke keer die nachtkou,
nu voel ik dezelfde pijn,
om niet meer bij je te kunnen zijn,
om me zo alleen te voelen,
kon m'n geluk nu maar aanspoelen,
niets is nog werkelijkheid,
niets brengt me nog duidelijkheid,
het is allemaal zwart voor m'n ogen,
niemand kan me nog helpen,
zelfs geen psychologen,
niets kan nog m'n pijn stelpen,
ah jawel er nog één iets,
en dat is,
dat jij terug komt zomaar uit het niets.