Ik kon niets meer zien,
vanaf het ene moment
op het andere,
totaal blind
niet wetend,
wat er beneden mij bevind.
Ik hoorde mijn oren suizen,
maar kon niet horen,
wat er gebeurde,
overal paniek,
verslagen,
en werd een beetje ziek.
Ik maaide met mijn armen,
maar er gebeurde niks,
ik steeg niet op,
dat zwarte gat,
daar beneden,
waar ik geen invloed op had.
Ik bleef maar zakken,
en zag nu de bodem,
ik kon niet terug,
ik was een baksteen die,
voor jou,
op de grond neerviel.