Ik denk aan jou.
Ik zou je nu zoveel willen vertellen, gewoon de kleine dingen die je op een dag mee maakt.
Ik zou nu zo graag willen luisteren naar hoe jou dag was en wat jij allemaal meegemaakt hebt.
Ik wil jou vrouw zijn, die alles wat jij vertelt en alle geheimen die je hebt bewaakt.
Alle tranen en alle pijn die ik heb zonder jou, worden als ik alleen al aan jou denk weggeëbd.
Het denken aan jou houdt niet op, het liefst bel ik je even op om te zeggen dat ik aan je moet denken.
Ik ga met je slapen en ik sta met je op, helaas is dit alles alleen in mijn gedachten waar.
Het liefst wat ik zou willen, is nu alle liefde die ik me kan bedenken aan jou schenken.
Je zegt het kan niet werken tussen ons en ergens diep van binnen ben ik je daarvoor dankbaar.
Toch zie ik je elke dag in mijn gedachten als mijn ventje, mijn kerel degene waar ik trots op mag zijn, omdat hij voor mij koos.
Hem die ik mijn onvoorwaardelijke liefde kan geven zonder dat ik daar enige uitleg over hoef te geven.
Ik zou van je houden, om je geven en zonder vragen voor je gaan, geheel belangeloos.
Maar alle mooie gedachten die ik heb zullen geen waarheid worden, want heel alleen ben ik hier achtergebleven.