Het is donkerbruin buiten en ik eet liever witte chocola.
Spurtend naar buiten bewonder ik étalages vol gouden salmonella.
Iemand ving ze ooit, het regende goud, het was donkerbruin buiten.
Met bokalen omarmd verliet men de huizen, aquaria vervingen ruiten.
Niemand stelde zich er vragen bij, ze zwommen en blonken.
Niemand werd nog vergiftigd, enkel ogen rotten en stonken.
Het is donkerbruin buiten, ik kuier langs juweliers met doffe ogen.
Zolang je kuiert blijft bewondering achter je en word je nooit bedrogen.
Ik verschoot de eerste keer bij het zien van goud bij een juwelier,
het was hard en bestond uit kettingen, ringen, …
nu ja, van die beloftevolle dingen.
Vind je hoop een mooier woord?
Ik vind witte chocolade ook lekkerder.
Heel even dacht ik dat goud een smaak van chocola was.
Smeltend onder m'n kleren, smeltend onder m'n nieuwe piano.
Of minstens een kleur.
Ook ik trok mijn neus op bij het zien van goud als geur.
Dan ruik ik liever naar een spelend kind
dat weet dat ze morgenvroeg de liefde vindt.
Ik droomde even van een blindengeleidekind .
Ik ben een man van twintig en ik ben blind.