Er liep een meisje over de hei, een meisje o zo blij.
Een meisje dat speelt zonder te denken aan morgen.
Een vlinder die land op haar neus, een vogeltje fluitend boven haar hoofd.
Het is maar net of je het gelooft, maar geloof mij ik verzin het niet.
Het klinkt als een sprookje, maar het meisje weet wat ze ziet.
Een vlinder net een elfje, ookal bestaan ze niet.
Je kan er in geloven net als het meisje deed.
De vlinder nu een elfje darteld grinnekend om haar heen.
Ze begon te zingen en het vogeltje floot mee.
Het meisje luisterde gedwee, ze kende het liedje niet maar neuriede gezellig mee.
Huppelend door de hei, het sprookje dat nu tot leven komt door ons, allebij.
Je hoeft het niet te geloven maar als je dat toch ooit stiekem doet heb je kan dat je het elfje toch met eigen ogen ziet.
En anders tot mijn spijt toch echt niet.