Vandaag hebben de vogels niet gefloten.
Alleen de wind zong een triest gezang.
Heel voorzichtig bewogen de bomen mee,
de bloemen daaraan tegen waren veel te bang.
De stilte heeft me doen beven.
En toen stond ik er even bij stil.
Het feit dat ik je ga verliezen komt steeds verder op de voorgrond.
Maar jou NIET verliezen is wat ik wil.
Er komt een tijd dat ik je moet opgeven.
Dat ik moet erkennen dat je het niet wint.
Dat je deze ziekte niet kan overleven.
Hoe erg ik het ook vind.
Tot dat vreselijke moment komt.
Blijf ik met je vechten.
Want op het einde hebben we toch eigenlijk wel gewonnen opa.
De goede winnen het altijd van de slechte.