jouw kind
ik kende hem
niet zo goed
als een leuk persoon:
mooi uiterlijk,
flauwe grappen,
hij gaf me een goed gevoel
ik raakte hem kwijt
ik had hem nooit echt gehad
eventjes
dichtbij
maar algauw was hij verdwenen,
ging ik verder zonder hem
nu hoor ik van hem
via een ander,
een meisje dat te jong voor hem is
en lieve moeder,
ik ben zo bang dat ik me aanstel
ik ben bang dat ik overdrijf
ik zou willen geloven dat het allemaal toeval is
dat hij steeds naast haar zit, naar haar kijkt
maar dat kan niet,
ik kan niet ontkennen wat de waarheid lijkt
moeder,
jouw zoon en foute dingen
geloof je me, mijn woorden
mijn twijfels
en dat ik zeg dat er iets gebeuren moet
want jij, bijna onbekende vrouw
ik geloof dat je om hem geeft,
ik wil geloven dat je kwaad op hem zult zijn
en door mijn woede heen
geef ik jou
dat ik niet weet hoe ik kan omgaan
met mijn vastgeroeste liefde;
inconsequente woede voor hem