Ik kijk,
Ik zie het felle zonlicht,
dat als een gulden kogel
door mijn barstende hoofd gaat.
Ik voel mij leeg, alleen,
met een koud hart.
Mijn ziel heeft mij weer verlaten
beu om altijd uitgekotst te worden.
Nu lig ik hier,
als een hersenloze zombie,
verraden door zijn beste vriend.
Ik sta recht,
ik ga voor de zoveelste keer,
mijn ziel terugsmeken.