Je liep verdwaald rond
tussen peuken en kauwgom
Je zocht naar voedsel
waarschijnlijk voor kracht,
kracht om te vliegen
De trein kwam aan
en de mensen renden over het station
Zagen niet jouw mooie bestaan
Je werd vertrapt door grote voeten
Ze merkten niks
Ze konden alleen maar rennen,
op weg naar hun huis
Een kille stilte in mijn hart
tussen zoveel geluiden
Mijn gedachten verbroken de ijzige stilte
zacht sprak ik
''vogeltje ik hoop dat jij nu jouwn thuis hebt gevonden''
En diep verlangde ik, dat ik het ook vinden zou