Elke dag,
Jouw lach.
Als je eens zou zien,
Dat is wel een tien.
Die lach maakt mij blij,
Die ene lach van hij.
Hij die mij weet te raken,
Zal mij een keer gelukkig kunnen maken.
Maar hij ziet mij niet,
Het is de verkeerde die mij ziet.
Ik zie hem ook,
Het is de verkeerde geur die ik rook.
Alsof het slechte mij trekt,
Het voelt alsof mijn hart lekt.
Mijn hart is al lang niet meer heel,
Wat mij écht blij maakt is niet veel.
Als de goede mij ziet staan,
Ben ik niet langer zonder naam.